Injecteren

Bij het toedienen van medicijnen is het van belang dat de juiste cliënt, de juiste medicatie krijgt toegediend op het juiste tijdstip, in de juiste dosering en volgens de juiste toedieningswijze. 

In deze module doe je basiskennis op over diabetes, het toedienen via injectie  van medicijnen subcutaan en intramusculair. Het proces van medicatietoediening bestaat uit medicatieopdracht, het afleveren, het uitzetten en het toedienen. 

De verschillende betrokken disciplines (artsen, apothekers, apothekersassistenten, verpleegkundigen, begeleiders en verzorgenden) hebben binnen de zorginstellingen ieder hun eigen taken en verantwoordelijkheden. Verpleegkundigen, begeleiders en verzorgenden hebben een rol

Om dit op een goede wijze te kunnen vervullen zal binnen deze module ingegaan worden op de wettelijke kaders die de criteria vaststellen op grond waarvan medicijnen mogen worden toegediend. Daarvoor heb je ook kennis nodig over de werking medicijnen. Daarna wordt het uitzetten en toedienen van medicijnen met al zijn facetten besproken.

Voor het aanleren van de vaardigheden zijn de protocollen uit de eigen instelling als uitgangspunt genomen.

Waar de term cliënt wordt gebruikt kan ook ‘bewoner’ of ‘patiënt’ worden gelezen.

In deze module is zoveel mogelijk gekozen voor de term ‘zorgverlener’, wat staat voor de verschillende beroepsgroepen binnen de zorg die verantwoordelijkheden hebben bij het toedienen, begeleiden en ondersteunen van cliënten bij het gebruik van medicatie. Hiermee worden met name verpleegkundigen en verzorgenden bedoeld, zij worden dan ook regelmatig expliciet genoemd. Daarnaast is deze reader bedoeld voor elke zorgverlener die dit onderwerp binnen zijn of haar deskundigheidsgebied  heeft.